Akkerbouw

 

Het totale bedrijf is ruim 117 hectare groot, waarvan 90 hectare akkerbouw en 27 hectare weiland.

Het bedrijf heeft voor de akkerbouw een traditioneel bouwplan. Er worden aardappelen, uien, suikerbieten, tarwe en maïs verbouwd. Dit bouwplan sluit prachtig aan op de veehouderijtak omdat de koeien op eigen weiland kunnen grazen, de mest over het eigen land kan worden uitgereden en het hooi, kuilgras, stro en maïs van eigen land komt.

 
 

Aardappelen
In het voorjaar worden er aardappelen gepoot.  Afhankelijk van de marktomstandigheden en grondsoort zijn dit consumptieaardappelen of fritesaardappelen. De groei wordt nauwlettend in de gaten gehouden en het gewas wordt regelmatig gecontroleerd op ziektes, onkruid en ongedierte.  De aardappelen worden vanaf september / oktober gerooid en in de schuur bewaard totdat de aardappelen met vrachtwagens worden opgehaald door de handelaar.

Uien
In het voorjaar worden ook de uien gezaaid die meestal in september zijn uitgegroeid tot een volwaardige ui. Tijdens de groei wordt het perceel onkruidvrij gehouden door te schoffelen. Het lof wordt gekapt en de uien drogen op het land waardoor ze een mooie schil krijgen. Meestal worden de uien in oktober van het land gehaald. De uien worden opgeslagen in een aparte ruimte in de schuur, tot het moment dat ze worden opgehaald en worden vervoerd naar de uienhandelaar.

Bieten
Het zaaien van de suikerbieten gebeurt ook meestal in april, soms al eind maart. Tijdens de bietencampagne in de herfst worden grote hoeveelheden bieten naar de fabrieken gebracht. Onze bieten gaan naar de Suiker Unie in Dinteloord. Deze worden volgens een vooraf vastgesteld rooster opgehaald. Zo kan het zijn dat je het ene jaar al in oktober moet leveren en het andere jaar pas eind december. In suikerfabriek wordt de suiker uit de bieten gehaald.

Tarwe
Tarwe zaaien kan in het najaar of in het voorjaar plaatsvinden. Wintertarwe wordt gezaaid in het najaar. Zomertarwe wordt gezaaid in het voorjaar. De oogst van beiden is meestal in augustus. De tarwe voor tarwemeel komt voornamelijk uit Duitsland en Frankrijk. De tarwe die in Nederland wordt geteeld, is voor een groot deel bestemd als veevoer. Graan is goed voor de bodemvruchtbaarheid en de structuur van de bodem. Na het dorsen wordt het stro in grote en kleine balen geperst voor eigen gebruik wanneer de koeien weer in de stal staan.

   

  
Maïs

De periode om maïs te zaaien ligt tussen half april en half mei. Bij eerder zaaien is er kans op schade door nachtvorst. In oktober van hetzelfde jaar wordt de snijmaïs gehakseld. Om de maïs goed te conserveren, wordt het ingekuild en met plastic afgedekt in een sleufsilo. Wanneer de koeien op stal staan, wordt de maïspit opengemaakt en gevoerd aan de koeien.